Drie à acht procent van de bevolking is homo, lesbisch of biseksueel. U kan zelf uitrekenen om hoeveel mensen dat op uw school gaat. Ook anno 2014 horen veel van hen dagelijks scheldwoorden als janet of mietje, worden ze – al dan niet subtiel – gepest, worden hun spullen beschadigd of vernield en komt er af en toe zelfs fysiek geweld aan te pas. Niet alleen holebi’s, maar ook mensen die ‘verdacht’ worden tot deze groep te horen, krijgen te maken met allerlei vormen van homofoob gedrag. Hetzelfde geldt voor transgenders: een verrassend grote groep van mensen die niet of niet helemaal past binnen de man/vrouw-hokjes.
Ook diegenen die dit onnodige leed veroorzaken, lopen bij u op school rond. Sommigen laten hun afkeer van holebi’s en transgenders veelvuldig en luid weten. Anderen tonen het niet zo expliciet, maar zitten toch maar liever niet naast ‘die homo’. Bij veel van deze leerlingen (en collega’s) komt hun negatieve houding voort uit een gebrek aan informatie en sensibilisering of een opvoeding met ronduit foute informatie. Het onderwijs heeft hier een belangrijke, maar niet altijd makkelijke, rol te vervullen.
In deze vorming bekijken we eerst waarom holebi’s en transgenders aan bod moeten komen in alle secundaire scholen. De focus ligt echter op de praktische kant: hoe kunnen we dit onderwerp ter sprake brengen? We besteden daarbij aandacht aan alle vakken, want geaardheid is niet enkel een onderwerp voor de levensbeschouwelijke lessen. We bestuderen hoe we de hele schoolcultuur holebi- en transgendervriendelijker – en over het algemeen diversiteitsvriendelijker – kunnen maken. Ook op het omgaan met de reacties van leerlingen en eventueel ouders gaan we dieper in.
Duur: Een korte versie van deze vorming kan gegeven worden op een teamvergadering (90 min.). Een uitgebreide versie kan onder vorm van een halve (3 uur) of volledige studiedag (5 à 6 uur).
Op maat: Al onze vormingen zijn op maat en worden steeds aangepast aan de situatie en de concrete vragen van de school.
Contacteer team onderwijs
T: 09 223 69 29
